Doorstart midden jaren zestig De eerste verwijzing naar het jeugdvoetbal bij onze vereniging dateert van eind jaren veertig. In die tijd had de club een A- en B-jeugd. In de jaren daarna was er nauwelijks sprake van groei. In 1954 werd in ons dorp zelfs een bericht verspreid om jongens aan te sporen bij de voetbalclub te komen, omdat anders geen jeugdelftallen meer op de been gebracht konden worden. Pas midden jaren zestig is het jeugdvoetbal goed van de grond gekomen. Zoals in vele verenigingen was juniorenvoetbal in die tijd voor de "groten" een blok aan het voetbalbeen: "ze waren er, maar verder.....". Als de dag van gisteren kan huidig erelid Wim Wouters zich de vergadering op de Heikant nog herinneren, waar het toenmalige bestuur zijn "juniorenbeleid" kenbaar maakte door het overhandigen van een grijs geldkistje met daarin 400 gulden. Deze handeling ging gepaard met de mededeling: "ga jij de jeugd maar doen, maar... jullie moeten verder wel zelf in jullie financiële middelen voorzien".
Het eerste jeugdbestuur Een jeugdbestuur van beperkte omvang werd gevormd bestaande uit Wim Wouters, Jac. Lemmens en Jos Beerens. Dit was dé aanzet voor een actief jeugdvoetbal in Hoogeloon. De zaak draaiende houden en zorgen voor een goede organisatie waren toen de eerst opkomende gedachten en uit te voeren daden. Er werden allerlei acties op touw gezet om geld in het laadje te krijgen, zoals oud papier ophalen, glazen en pennen verkopen en het houden van loterijen. Er werd in die tijd met drie tot vier elftallen getraind en wedstrijden gespeeld. Door jeugdbestuur, leiders en trainers is vanaf dat eerste moment een weg ingeslagen van "samen de schouders eronder" en met veel inzet en enthousiasme zorgen voor een goede sportbeleving bij de jeugdvoetballers van onze vereniging. Het aantal jeugdelftallen groeide met deze aanpak gestaag door tot dertien elftallen.
Het jaarlijkse jeugdkamp Het jeugdbestuur zag al snel in, dat er naast het voetbal nog andere activiteiten georganiseerd moesten worden om de leden bij de club te houden. Zo werd in 1967 voor het eerst een jeugdkamp gehouden, naar later bleek een jaarlijks terugkerende activiteit. De "romantische" toestanden, gepaard gaande met veel improvisatie, op en rond de boerderijen in Overloon, Helvoirt en Someren-Heide hebben veel gedenkwaardige belevenissen opgeleverd. Van de boerderijen werd overgeschakeld naar jeugdaccommodatie Pius X in Liempde, met sporthal, speelvelden en grote ruimtes een ideale plek voor een geslaagde "sport"-vakantie. Liempde is dan ook een zekerheid gebleven.
Voor de wat "ouderen" heeft een aantal jaren een dubbele uitwisseling met de Duitse vereniging Vossheide op het programma gestaan. Ook deze internationale "Begegnungen" hebben veel plezier en nieuwe ervaringen opgeleverd. Deze uitwisseling is nog enkele jaren opgevolgd door een A-B kamp rond de Paasdagen in Liempde. Er is uniek beeldmateriaal bewaard gebleven en zichtbaar onder de tab "Jeugdkamp jaren 70".
Aanpak jeugdtrainingen In de jaren zeventig werden er door verschillende jeugdteams kampioenschappen behaald. Bijzonder om te vermelden is, dat ons A-elftal midden jaren zeventig is uitgekomen in de Kempische Hoofdklasse. Het talentrijke team draaide goed mee in de top van deze klasse en wist zelfs de bekercompetitie te winnen. In die tijd werd ook een bescheiden begin gemaakt met een programma voor de jeugdtrainingen. Voor elke leeftijdsfase werden de kenmerkende elementen voor de trainingen benoemd. Vanuit deze hoofdlijnen werden volgens een vast stramien de trainingen opgebouwd. In de trainingen werd verder ingespeeld op de aangegeven verbeterpunten in de wedstrijdrapporten van de jeugdleiders. Als logische vervolgstap werd voor de standaardelftallen A, B, C en D een gediplomeerde jeugdtrainer aangesteld, zodat het niveau naar een hoger plan kon worden getild.
De toename en intensivering van de activiteiten maakte uitbreiding van het jeugdbestuur noodzakelijk. In 1980 bestond dit bestuur uit Wim Beerens, Jos Bolte, Kees de Laat, Kees Mollen, Piet Swaanen, Hein Waterschoot, Trudo Waterschoot en Wim Wouters (voorzitter).
Het jeugdkamp na afloop van het voetbalseizoen roept bij leiding en deelnemende jeugdleden vrijwel zonder uitzondering positieve en leuke herinneringen op. In het kort volgen hier enkele indrukken van een jeugdkamp midden jaren zeventig. De groep vertrekt per fiets naar Liempde.
De slaapzaal wordt ingericht en "de leider van de korveegroep moet zelf het meeste werk opknappen". Er volgt een korte en onrustige eerste nacht, waarin "leiders en deelnemers nog moeten wennen".
Er wordt een sportief programma gedaan met voetbal, volleybal, korfbal, kegelvoetbal, touwtrekken, een zeskamp en een bosspel. Daarnaast is er een Olympische Dag, een quiz, de gebruikelijke ouderavond en de verkiezing van de kampkameraad, de -journalist en de -leider. Een van de leiders "lacht te weinig" werd opgemerkt, ongetwijfeld een gevolg van de lange Brabantse nachten die hun tol hadden geëist. Na een geslaagde week met de fiets terug naar Hoogeloon.
Rust in de slaapzaal?
De kern van het jeugdkamp wordt getroffen in de volgende zin: "overdag houden de leiders de jeugdleden bezig en ’s-nachts de jeugdleden de leiders". Beroemd (en berucht) was de nachtelijke "strafexercitie", waarbij de onrust stokende jeugdleden onder aanvoering van uiteraard de fitste leider in hardlooptempo een flinke afstand moesten afleggen. Deze "uitputtingsslag" zorgde weer voor rust in de slaapzaal.
Er is echter één geval bekend waarin een niet nader te noemen leider (met snor) de jongens ’s-nachts rond half twee gemaand had om binnen tien minuten stil te zijn, omdat er anders hard gelopen ging worden. Vervolgens ging hij terug naar de keuken. En niet om af te wassen. De jongens maakten collectief van de gelegenheid gebruik om zich alvast luidruchtig aan te kleden en de loopschoenen aan te doen. Na de bewuste tien minuten moest de leider (met snor) zich dus nog haasten om mee te kunnen.
Waar de jongens na één rondje rondom het terrein nog graag doorgingen, werd er op verzoek van de leider toch maar gestopt zodat hij hijgend en puffend weer naar de keuken kon. Dit verzetje zorgde deze keer niet voor rust in de slaapzaal, maar in de keuken!