Een nieuw voetbalinitiatief
Met de bezettingstijd brak een donkere periode aan, die ook zijn weerslag had in onze dorpsgemeenschap. Mensen zochten weer ontspannende bezigheden om hun dagelijkse beslommeringen en zorgen even opzij te kunnen zetten. De herintrede van het voetbal kreeg in 1940 steun vanuit onverwachte hoek. De pas een jaar in Hoogeloon werkzame pastoor A. Witlox zag hierin een goede manier om het dorpsleven te stimuleren.
Hij zocht in zijn directe omgeving personen aan, die hij bekwaam achtte om een nieuwe voetbalvereniging op poten te zetten. Uit het kerkkoor werden benaderd Charles Hoogers en Frans Segers en uit het schoolbestuur "meester" Goossens. Verder Toon Wouters en Cees Corstiaans. Pastoor Witlox bepaalde, dat deze personen ook het clubbestuur zouden vormen.
De ledenwerving verliep voorspoedig en op 15 augustus 1940 werd in het nieuwe clublokaal "De Ster" van de familie Roosen de ROOMS KATHOLIEKE VOETBALVERENIGING HOOGELOON opgericht met Charles Hoogers als eerste voorzitter. De functies van secretaris en penningmeester werden als één (combinatie)functie uitgeoefend.
Het kerkelijk gezag bleef een vinger aan de pols houden, doordat de functie van geestelijk adviseur expliciet in de statuten werd verankerd. In 1941 trad Willem van Beers toe tot het bestuur in de plaats van "meester" Goossens. Vanaf deze beginperiode heeft hij 23 jaar zitting gehad in het bestuur.
Het eerste kampioenschap
Om te kunnen voetballen moest het veld aan het Kapelleke weer bespeelbaar worden gemaakt. Ook voor shirts, doelnetten en een voetbal moest worden gezorgd. Een nieuwe bal werd gauw gevonden. Het vinden van doelnetten ging moeizamer. Na lang zoeken werden er tweedehands netten overgenomen van PSV. De nieuwe shirts waren groen met zwarte kraag en zwarte manchetten. De clubkleuren werden nadien via oranje-zwart en zwart-wit veranderd in het nog steeds geldende blauw-wit.
R.K.V.V. Hoogeloon meldde zich aan bij de afdeling Noord-Brabant om in de tweede klasse daadwerkelijk "een balletje te trappen". Het eerste seizoen werd matig gepresteerd, omdat de juiste samenstelling van het elftal nog niet was gevonden. Dat veranderde in het seizoen 1941-1942 toen na een overwinning op BES uit Borkel en Schaft de kampioensvlag kon worden gehesen met promotie naar de eerste klasse.
De gemiste promoties
Na deze opsteker was de start in de eerste klasse allesbehalve een succes. Door de aanhoudende oorlogsperikelen waren diverse personen genoodzaakt om "onder te duiken". Als gevolg daarvan was men aanvankelijk niet in staat om voldoende spelers op de been te brengen. Door inventief ingrijpen van het bestuur en medewerking van dorpsagent Van den Heuvel, die door persoonlijke begeleiding borg stond voor een veilige "overtocht" van onderduikers, kreeg onze club na vijf achterstallige wedstrijden alsnog toestemming om deel te nemen aan de competitie.
Na een spannende reeks wedstrijden werd er meteen het eerste seizoen kampioen gespeeld. Dit succes bleek voor herhaling vatbaar. Maar liefst drie kampioenschappen in de eerste klasse werden in de veertiger jaren op het palmares bijgeschreven. In die tijd was het gebruikelijk, dat er bij kampioenschappen een nacompetitie werd gespeeld door de drie eerste-klasse-kampioenen voor één plaats in de vierde klasse KNVB. Helaas bleek tijdens deze promotiewedstrijden bij de Hoogeloonse spelers de kaars al vroeg opgebrand. Geen enkel kampioenschap kon worden omgezet in promotie naar de vierde klasse KNVB.
Het clubblad "Paraat"
In de jaren 1948-1950 kwam onze vereniging opnieuw in de problemen, omdat er Hoogeloonse voetballers werden opgeroepen om in het voormalige Nederlands-Indië hun militaire dienstplicht te vervullen. Door de groei van de vereniging kon dit spelerstekort nu beter worden opgevangen dan in de oorlogsjaren. Men kon voor vervanging al putten uit vier seniorenelftallen.
De jongens in het Verre Oosten werden niet vergeten. Door toezending van "Paraat", het uit december 1949 daterende eerste clubblad van R.K.V.V. Hoogeloon, werden zij voorzien van wedstrijdverslagen en ander (verenigings)nieuws. Voorts werden in het clubblad briefwisselingen met de Indiëgangers opgenomen. Het Hoogeloonse nieuws werd door de Indiëgangers zeer op prijs gesteld ("iedere Loonse jongen leest het courantje van A tot Z" schreef een van hen begin 1950). "Paraat" verscheen tweemaal per maand in een oplage van 100 exemplaren. Helaas is het blad maar een kort leven beschoren geweest.
De jaren veertig werden afgesloten onder de kortstondige voorzitterschappen van Wim Corstiaans en Piet Jacobs.
naar boven.
Uit de mond van oud-bestuurslid Elias Beerens werd opgetekend, dat de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog werden gekenmerkt door schaarste. Van parachute-stof werden voetbalbroeken gemaakt en doelnetten werden thuis van "geslagen" touw vervaardigd. De beruchte "bal met veter" was vaak oorzaak van langdurige hoofdpijn.
De naburige verenigingen verging het al niet veel beter. Zo moest men in Hulsel aantreden op "zwarte grond". Een plaatselijke boer had zijn aan de voetbalvereniging verhuurde grond omgeploegd en ingezaaid, omdat "de huur" wel erg lang op zich liet wachten. Met een houten deur werd het veld "vlak" gemaakt en vervolgens werd alsnog afgetrapt. Geen lijnen, geen doelnetten en een jas als cornervlag! Ook in Oerle waren in die tijd de voorzieningen minimaal. Het veld was droog, hard en stoffig. In café Gepkens moest worden omgekleed, maar in de put stond geen druppel water voor de spelers om zich na afloop te wassen. Gelukkig was er wel volop bier!
Vaak ging men te voet naar uitwedstrijden. Later met de fiets en daarna met paard en kar van de familie Nieuwenhuizen. Paard en kar werden op hun beurt weer vervangen door een heuse vrachtwagen, in die tijd een luxe vervoermiddel.
De contributiebijdragen en de entreegelden waren gekende inkomsten voor de vereniging, evenals de opbrengst van de jaarlijkse rondgang. In die tijd werd bij de rondgang (donateursactie) nog menigmaal een bijdrage in natura (bijvoorbeeld een zak rogge) ontvangen.
Om de kas verder te vullen, werden in de naoorlogse jaren door bestuur en leden van de club diverse karweitjes "aangenomen". Bij Bernard Beerens en Janus van Beers werden handmatig aardappelen gerooid en bij Leo Dings en Martien van de Pas werden hanen "gevangen en geladen".
In het voorjaar van 1950 vond een opmerkelijke financiële actie plaats. Door een achttal clubleden werd het toneelstuk "Het Gouden Recht" opgevoerd. Hoewel ondanks een matige publieke belangstelling de opbrengst "nog vrij goed" was, hebben de toneeluitvoeringen geen vervolg gekregen!
Ook de voetbalhumor was in deze periode al bekend. Zo bediende men zich in het Neterselse café, dat dienst deed als kleedlokaal, volop van gereedstaande pudding alvorens de plaatselijke club te bestrijden en in Hulsel moest men na Hoogeloons bezoek helaas constateren dat de overheerlijke, in de schouw te drogen gehangen worst, was verdwenen.
Door een knullige actie van één der Hoogeloonse "vedetten" werd in Veldhoven van een langs de lijn staande toeschouwer met fiets het voorwiel van ‘s-mans fiets doormidden getrapt en ontdaan van alle spaken.
Ook "ontgroeningsrituelen" waren vast onderdeel van de gangbare voetbalhumor.
Meerdere malen werd een eerste-jaars-selectiespeler, met angstzweet op het voorhoofd, "bevrijd" van een biljarttafel. Bij wijze van ontgroening was men dan van plan om met een roodgloeiende kachelpook bij deze debutant de navel "uit te branden".
Klik op de Eerste jaargang No 1 voor een impressie, of download hier de bewaard gebleven pagina's (erg leuk om een keer te lezen !)